systeempsychologie
Uiterlijk
- sys·teem·psy·cho·lo·gie
- samenstelling van systeem en psychologie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | systeempsychologie | systeempsychologieën |
verkleinwoord | - | - |
de systeempsychologie v
- (psychologie) een tak van toegepaste psychologie gericht op de studie van menselijk gedrag en ervaring in complexe systemen
- Alleen al door met de ogen van de systeempsychologie te kijken verandert er al iets: er komt rust in het gezin of de klas, er ontstaat samenwerking in het team, ouders raken geïntresseerd in schoolzaken.[1]
1. een werkwijze om verschijnselen te bestuderen als een geheel met een onderlinge samenhang en een wisselwerking met de omgeving
- Het woord 'systeempsychologie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ E. Kessler ea. (2008). Liefdevol opvoeden, een kunst: op een zinvolle manier grenzen stellen en daarbij je goede humeur bewaren. p.95.