startpositie
Uiterlijk
- start·po·si·tie
- samenstelling van start zn en positie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | startpositie | startposities |
verkleinwoord |
de startpositie v
- (sport) de plaats die iemand inneemt bij het begin van een race
- ▸ In de finale van de keirin kreeg Büchli donderdag startpositie 1, waardoor hij achter de derny (brommer) moest starten. "Ik dacht: wat een drama, maar dat kan altijd gebeuren", keek een duidelijk opgeluchte Büchli terug.[1]
- ▸ "We hebben zondag een goede start en goede strategie nodig. We beginnen in elk geval met een goede startpositie."[2]
- de plaats die iets of iemand inneemt bij het begin
1. de plaats die iets of iemand inneemt bij het begin
- Het woord startpositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Büchli mag zich eindelijk echt de beste noemen: 'Ik voelde het al komen'” (28-02-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Verstappen: 'Juiste keuze gemaakt aan slot kwalificatie'” (06-10-2018), NOS