rijendik
Uiterlijk
- rij·en·dik
stellend | |
---|---|
onverbogen | rijendik |
verbogen | rijendikke |
partitief | rijendiks |
rijendik
- in meerdere rijen die achter elkaar staan
- Het is het ergste Tourongeluk ooit. Minuten eerder stond het volk nog rijendik in het minuscule Port de Couze. Allemaal dorpelingen, wachtend op het Tourcircus dat ze alleen van hun radio kennen. Tot er plots een tankwagen kwam aangereden. De tankwagen raast op volle snelheid door, recht de massa in, ramt de brugleuning, vaagt alles en iedereen weg en verdwijnt in het water. [1]
- (figuurlijk) dat er ergens veel publiek aanwezig is
- Rijendik stond het publiek opgesteld langs een afgezet wegdeel van de Willemstraat. In een gecoördineerde actie van politie, brandweer en ambulance werden tal van situaties opgevoerd, zoals die door het jaar heen kunnen gebeuren. [2]
- Het woord rijendik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.