ruitvormig
Uiterlijk
- Geluid: ruitvormig (hulp, bestand)
- ruit·vor·mig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ruitvormig | ruitvormiger | ruitvormigst |
verbogen | ruitvormige | ruitvormigere | ruitvormigste |
partitief | ruitvormigs | ruitvormigers | - |
ruitvormig
- vorm van een ruit hebbend
- Een gezicht dat rond de wangen het breedst is en een smal voorhoofd en smalle kin heeft, heet een ruitvormig gelaat.
- Het woord ruitvormig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.