procedé
Uiterlijk
- pro·ce·dé
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werkwijze’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]
- Van het Franse procédé, het voltooid deelwoord van procéder. Uiteindelijk net als proces en procedure te herleiden tot het Latijnse procedere.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | procedé | procedés |
verkleinwoord | procedeetje | procedeetjes |
het procedé o
- de manier waarop iets geproduceerd wordt
- Er is aan dit procedé patent verleend.
- procédé (officiële spelling tot 2006)
- Het woord procedé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "procedé" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "procedé" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be