pitsstop
Uiterlijk
- pits·stop
- samenstelling van pits zn en stop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pitsstop | pitsstops |
verkleinwoord |
de pitsstop m
- (sport) het stoppen van een racewagen in de pits tijdens een race voor het wisselen van banden, tanken van brandstof en ander onderhoud
- In veel opzichten is de Formule E voor Audi een stap terug. Door hun beperkte actieradius moeten per race twee auto’s worden ingezet; de pitsstop is een overstap. [1]
- De kopman van Ferrari reed een paar ronden achter de safetycar rond met een beschadigde voorvleugel. Toen de race weer werd vrijgegeven en iedereen het gaspedaal mocht indrukken, vloog nog een deel van de vleugel er af en moest Vettel de pits in om het onderdeel te vervangen. "Achter de safetycar reden we zo langzaam dat ik de schade niet voelde. Balen, want anders hadden we op dat moment een 'vrije' pitsstop kunnen maken."[2]
- Het woord pitsstop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pitsstop" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Standaard WOENSDAG 2 NOVEMBER 2016
- ↑ Tubantia 12 juni 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be