pastelkleurig
Uiterlijk
- pas·tel·kleu·rig
- afleiding van pastelkleur met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pastelkleurig | pastelkleuriger | pastelkleurigst |
verbogen | pastelkleurige | pastelkleurigere | pastelkleurigste |
partitief | pastelkleurigs | pastelkleurigers | - |
pastelkleurig
- een pasteltint hebbend
- ▸ Dat Marokkaanse kleden weleens een hit zouden kunnen worden, dacht Sandra van Aanholt jaren geleden al tijdens haar reizen door het Atlasgebergte in Marokko. Inmiddels verkoopt ze een keur aan authentieke Berbertapijten: van zwart-wit (Beni Ouarain) pastelkleurig (Beni Mguild) tot felgekleurd (Azilal). Ze hebben één grote gemene deler: ze zijn traditioneel geknoopt én vintage.[1]
- Het woord pastelkleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Marlous Snijder“‘Ronde vloerkleden zijn populairder dan ooit’” (07-05-2021), Tubantia