lil
Uiterlijk
- lil
vervoeging van |
---|
lillen |
lil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lillen
- Ik lil.
- gebiedende wijs van lillen
- Lil!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lillen
- Lil je?
- Het woord lil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lil" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /lɪl/
- lil
lil
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 28 %
- Prevalentie Vlaanderen 33 %
- Palindroom in het Nederlands
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch
- Palindroom in het Tsjechisch