leita

• Afkomstig van het Oudnoorse leita.

leita

1. zoeken

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / /

• Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord leita

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd		voltooid deelwoord (supinum)
	3e pers enk.	1e pers mv.
leita	leitaði	leitaðum	leitað
zwakke verbuiging	volledig

leita + genitief

1. zoeken

• leita að (+ datief)

• lei·ta

leita

1. verleden tijd van leite
2. voltooid deelwoord van leite

• [1-2]: leitet

leita, mv

1. bepaalde vorm nominatief meervoud van leite

• leitene

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡlæjtɑ/

• lei·ta

• Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord leita.

stamtijd
onbepaalde wijs	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
leita	leitar	leita	leita
Klasse 1 zwak			optioneel

stamtijd
onbepaalde wijs	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
leita	leiter	leitte	leitt
Klasse 2 zwak			optioneel

• lei·ta

leita

1. zoeken

• leite

leita

1. verleden tijd van leite
2. voltooid deelwoord van leite

• [1]: leitte
• [2]: leitt

leita,

1. bepaalde vorm nominatief meervoud van leite

• (bijvorm) leiti

leita

1. zoeken