korjaal
Uiterlijk
- kor·jaal
- Leenwoord uit het West-Indische indianentalen, in de betekenis van ‘Surinaamse boot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | korjaal | korjalen |
verkleinwoord | korjaaltje | korjaaltjes |
korjaal [3]
- (scheepvaart) primitieve boot uit West-Indië, gemaakt van een uitgeholde boomstam
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord korjaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "korjaal" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "korjaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ korjaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be