koopman
Uiterlijk
- koop·man
- erfwoord via Middelnederlands coopman van Oudnederlands coman / kopman, op te vatten als samenstelling van koop ww en man zn [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopman | kooplieden kooplui koopmannen |
verkleinwoord | koopmannetje | koopmannetjes |
de koopman m
- (beroep), (handel) iemand die in zijn levensonderhoud voorziet door dingen voor meer geld te verkopen dan waarvoor hij het heeft ingekocht
- ▸ Dirk III – niet die van de drankwinkels maar de Graaf van Holland – legde in de elfde eeuw bij Vlaardingen een tolpost aan. Een koopman die daar met zijn schip langs wilde, moest betalen.[3]
- ▸ Bij een onopvallende kraam ernaast bewaakt een zwetende en puffende koopman bakken met oude foto’s alsof ze van goud zijn. Kijken mag, maar alleen heel voorzichtig. De handel van deze koopman is te betalen. Oorlogsfoto’s gaan weg voor één euro per stuk.[4]
- ▸ Dat waren relatief rustige jaren, mijmeren de koopmannen op de grote markt van Bunia nog wel eens.[5]
- ▸ Met koffers vol worsten, badpakken en tuinbouwprodukten zijn Amsterdamse ondernemers deze week in het kielzog van hun burgemeester naar Japan vertrokken. Want de tocht langs Tokio en Osaka is niet alleen bedoeld om Japanners voor Amsterdam te interesseren, maar biedt de Hollandse kooplui tevens een goede gelegenheid om met hun produkten de boer op te gaan.[6]
- ▸ Toen Myra in handen viel van de Mohammedanen, brachten Italiaanse kooplieden in 1087 het kostbare gebeente van Nicolaas naar Bad in Apulië (Zuid-Italië).[7]
- De koopman en de dominee
Uitdrukking die verwijst naar het streven naar winst en welvaart ("de koopman"), wanneer dat anderzijds op gespannen voet staat met morele vraagstukken ("de dominee")
- mannelijke vorm van koopvrouw
1.
- Het woord koopman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koopman" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ koopman op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Johan Schaberg“Maatschappelijk nut of zelfverrijking” (18 september 2010) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Joost van der Vaart“Huiveren bij alledaagse oorlogskiekjes” (10 juli 2008) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bram Vermeulen“Een uitgeholde staat verheft zich” (29 april 2005) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Elbrich Fennema“Amsterdamse kooplui op reis in Japan” (26 oktober 1989) op nrc.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Handel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %