koopwoning
Uiterlijk
- Geluid: koopwoning (hulp, bestand)
- koop·wo·ning
- samenstelling van koop ww en woning
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopwoning | koopwoningen |
verkleinwoord | koopwoninkje | koopwoninkjes |
de koopwoning v
- een woning waar men eigenaar van wordt
- Er worden in die nieuwe wijk voornamelijk koopwoningen gebouwd.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord koopwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.