kloek
Uiterlijk
- kloek
- zn Oorspronkelijk vernoemd naar het klokkende geluid van een hen met kuikens, voor het eerst aangetroffen in 1859. [1]
- bn Ontwikkeld uit Middelnederlands cloec, cloc, verwant aan Middelnederduits klōk “behendig, vlug, verstandig, slim”, ook als ontlening in Middelhoogduits kluoc (Duits klug), Oudnoords klókr “verstandig, slim”. [2]. In de betekenis van “moedig” voor het eerst aangetroffen in 1470, in de betekenis van “groot, flink” voor het eerst aangetroffen in 1602. [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloek | kloeken |
verkleinwoord | kloekje | kloekjes |
de kloek v
- (landbouw) vrouwtje van een hoenderachtige (en dan vooral kip) die kuikens heeft, broedende hen
- Bij hoenders met pluimen op de poten gaan we deze afknippen om te voorkomen dat bij het verlaten van het nest de kloek de eieren stuk maakt.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kloek | kloeker | kloekst |
verbogen | kloeke | kloekere | kloekste |
partitief | kloeks | kloekers | - |
kloek
- groter dan gemiddeld
- De grote van Dale bestaat uit drie kloeke delen.
- flink, moedig
- De kloeke man.
- Het woord kloek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kloek" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ kloek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ kloek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kloek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %