kinderbedtijd
Uiterlijk
- kin·der·bed·tijd
- samenstelling van kind en bedtijd met het invoegsel -er- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderbedtijd | kinderbedtijden |
verkleinwoord | - | - |
de kinderbedtijd m
- tijd voor kinderen om naar bed te gaan
- Voor kinderen van 4-6 jaar is het kinderbedtijd om 18.30-19.15 uur
- Het woord kinderbedtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.