kinderopvang
Uiterlijk
- kin·der·op·vang
- samenstelling van kind en opvang met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderopvang | kinderopvangen |
verkleinwoord | - | - |
de kinderopvang m
- verzorging van kinderen gedurende de afwezigheid van de ouders
- plek waar verzorging van kinderen gedurende de afwezigheid van de ouders plaatsvindt
- De introductie van marktwerking in de kinderopvang in 2005 heeft niet geleid tot een stijging van de kwaliteit in die sector [1]
- ▸ Een andere optie die hij noemt is de zogeheten multifunctionele landbouw: het aantal dieren op je boerenbedrijf verminderen en combineren met een andere dienst. Denk aan kamperen op het erf van een boer, of een kinderopvang bij de boerderij. "Maar of dat mogelijk is, hangt af van waar je zit en de persoonlijkheid van de boer. Niet iedereen zit op een kinderopvang op z'n erf te wachten", aldus de onderzoeker.[2]
- buitenschoolse opvang, gastouder, kinderdagverblijf, naschoolse opvang, ouderparticipatie bso, ouderparticipatiecrèche, peuterspeelzaal, tussenschoolse opvang, voorschoolse opvang
1.
- Het woord kinderopvang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kinderopvang" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Weblink bron “Deze opties hebben boeren om minder stikstof uit te stoten” (25 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be