juut
Uiterlijk
- juut
- Waarschijnlijk een klanknabootsing van het fluitje dat agenten gebruikten.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | juut | juten |
verkleinwoord | juutje | juutjes |
de juut m
- (pejoratief) politieagent
- Die juut gaf me een fikse boete.
- Het woord juut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "juut" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be