insecten
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- in·sec·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insecten | |
verkleinwoord |
de insecten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord insect
- meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een klasse Insecta van zespotige , ongewervelde dieren die behoren tot de geleedpotigen (Arthropoda ). Met meer dan een miljoen beschreven soorten vormen de insecten verreweg de grootste klasse binnen het dierenrijk. Geschat wordt dat er vele miljoenen soorten nog niet zijn beschreven en benoemd. Insecten komen voor in vrijwel alle leefomgevingen op aarde, met name op het land en in zoetwater. In de zeeën overheerst een andere groep geleedpotigen, de kreeftachtigen
- ▸ Ik filterde zo snel mogelijk een liter water voor mijn avondmaal en zocht een wat hogerop gelegen plek in de hoop daar wat minder last van de insecten te hebben.[1]
- [2] zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] zie de categorie: Insecten in het Nederlands
- [2] dierluizen, grootvleugeligen, haften, halfvleugeligen, kakkerlakachtigen, kevers, libellen, netvleugeligen, oorwormen, rechtvleugeligen, schietmotten, schorpioenvliegen, sneeuwvlooien, steenvliegen, tripsen, tweevleugeligen, vliesvleugeligen, vlinders, vlooien, waaiervleugeligen, wandelende takken
- [2] franjestaarten, gevleugelde insecten, hangvliegen, kameelhalsvliegen, ovenvisje, papiervisje, rotsspringers, schildvleugeligen, stofluizen, webspinners, zilvervisje
- insectarium, insectelarf, insectelarve, insectenbeet, insectenbestrijding, insectenbestrijdingsmiddel, insectenbestuiving, insectenbeurs, insectenbloem, insectenbloemig, insectenboek, insectencopulatie, insectencopuleren, insectendoder, insectendoos, insectenei, insectenetend, insecteneter, insecteneters, insectenfauna, insectenfobie, insectengaas, insectengids, insectengif, insectenhotel, insectenhuis, insectenkast, insectenkenner, insectenkunde, insectenkundige, insectenlamp, insectenlarf, insectenlarve, insectenleven, insectenlichaam, insectenmuseum, insectenmuur, insectennaald, insectenpak, insectenpen, insectenplaag, insectenplaat, insectenpoeder, insectenpoeier, insectenproef, insectenproof, insectenrijk, insectenrooster, insectensnack, insectensoort, insectenspeld, insectenspray, insectenstad, insectensteek, insectensterfte, insectenstudie, insectenvanger, insectenvangst, insectenverdelger, insectenvolk, insectenvraat, insectenwereld, insectenwerend, insectenzoo, insectespeld, insectevleugel, insecticide, insectivoor, insectwerend
- Het woord insecten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Dieren in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal