herkansing
Uiterlijk
- Geluid: herkansing (hulp, bestand)
- her·kan·sing
- Naamwoord van handeling van herkansen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herkansing | herkansingen |
verkleinwoord |
de herkansing v
- een extra mogelijkheid om een succes te behalen nadat dit eerder mislukt is
- Maar de liefde is van korte duur. Hari wil een herkansing, volgend jaar, als hij hersteld is, en niet in de gevangenis zit, maar dat zegt hij er natuurlijk niet bij. „I will knock you the fuck out”, bitst hij Verhoeven toe. „Let’s do it baby”, zegt de wereldkampioen. De spanning is alweer terug van nooit weggeweest. [2]
1.een extra mogelijkheid om een succes te behalen nadat dit eerder mislukt is
- Het woord herkansing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herkansing" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Dennis Meinema 12 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be