herintreding
Uiterlijk
- her·in·tre·ding
- afleiding van Naamwoord van handeling van herintreden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herintreding | herintredingen |
verkleinwoord |
- het opnieuw lid worden van iets
- ▸ Daarna volgde de herintreding van de VS tot het Klimaatakkoord van Parijs.[1]
- het hervatten van een beroep of functie
- [2] re-integratie, rentree, comeback, herintrede, terugkeer
- Het woord herintreding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Biden en Harris meteen aan het werk” (woensdag 20 januari 2021, 23:50), NOS