handslede
Uiterlijk
- hand·sle·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handslede | handsledes handsledes |
verkleinwoord | - | - |
- licht vervoermiddel op glijders dat met de hand vooruit wordt geduwd over een gladde ondergrond als sneeuw of ijs
- De broodvoorziening loopt echter voorlopig geen gevaar, daar een 50 eilandbewoners per handslede 10.000 kg bakkersmeel hebben aangevoerd. [2]
- handslee (uitspraakvariant)
- Het woord 'handslede' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.