hysterie
Uiterlijk
- hys·te·rie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zenuwziekte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hysterie | - |
verkleinwoord | - | - |
de hysterie v
- (medisch) zenuwziekte, die zich uit in de gemoedsstemming, krampen en andere verschijnselen
- daarmee vergeleken, overdreven opwinding
- Het woord hysterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hysterie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hysterie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be