grondlegger
Uiterlijk
- Geluid: grondlegger (hulp, bestand)
- grond·leg·ger
- Naamwoord van handeling van grondleggen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grondlegger | grondleggers |
verkleinwoord | grondleggertje | grondleggertjes |
de grondlegger m
- oprichter, stichter, iemand die ergens de basis van gelegd heeft.
- Niels Bohr is de grondlegger van de kwantummechanica
- ▸ Scrambler vertelde dat hij erg geïnspireerd was door de legendarische Grandma Gatewood, de grondlegger van de ultra-light beweging, om met een zo licht mogelijke uitrusting te lopen.[1]
- Het woord grondlegger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grondlegger" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be