gouden

• Geluid:  gouden    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɡɑudə(n) / (2 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈχɑu̯dən/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣɑu̯dən/

• gou·den

• afgeleid van goud met het achtervoegsel -en

gouden

1. van goud vervaardigd

   • Zij droeg een prachtig gouden halskettinkje. 

• al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding

• Het woord gouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gouden" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.