gezondmaker
Uiterlijk
- Geluid: gezondmaker (hulp, bestand)
- ge·zond·ma·ker
- samenstelling van gezond en maker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondmaker | gezondmakers |
verkleinwoord | gezondmakertje | gezondmakertjes |
- iets dat gezond maakt
- Het woord gezondmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.