geveeg
Uiterlijk
- ge·veeg
- naamwoord van handeling met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geveeg | |
verkleinwoord |
het geveeg o
- het voortdurend vegen
- Het woord geveeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geveeg" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be