generatieconflict
Uiterlijk
- ge·ne·ra·tie·con·flict
- samenstelling van generatie en conflict
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | generatieconflict | generatieconflicten |
verkleinwoord | generatieconflictje | generatieconflictjes |
het generatieconflict o
- conflict voortkomend uit de botsingen tussen opeenvolgende generaties met totaal verschillende opvattingen
- vooral in de jaren zestig was er sprake van een groot generatieconflict
- Het woord generatieconflict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.