gekocht

• Geluid:  gekocht    (hulp, bestand)

• ge·kocht

• vervoeging van kopen: de stam met omvoegsel ge- -t

gekocht

1. voltooid deelwoord van kopen

   ▸ Ik ben eigenlijk loodgieter en heb al mijn gereedschap en mijn bestelbus verkocht, waarvan ik deze twee paarden heb gekocht voor 2500 dollar per stuk.^[1]

gekocht

1. na betaling je eigendom geworden

   • Ik mocht het gekochte boek wel voor mijn eigen gebruik kopiëren, maar ik mag die kopieën niet verkopen op marktplaats. 

   ▸ Daar verdeelde ik de volgende paar uur ontelbare zojuist gekochte producten in grote postdozen.^[1]

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Het woord gekocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• Geluid:  gekocht    (hulp, bestand)

• ge·kocht

gekocht

1. voltooid (verleden) deelwoord van kochen

hat gekocht

1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kochen