frankolijnen

• Geluid:  frankolijnen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

• fran·ko·lij·nen

•  frankolijn zn  met de uitgang -en

de frankolijnen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord frankolijn
2. meervoudsvorm als officiële benaming (hoendervogels) Francolinus  een geslacht van vogels uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). Dit geslacht is nauw verwant aan de geslachten Peliperdix , Scleroptila  en Pternistis 

• [2] fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

• [2] bonte frankolijn, Chinese frankolijn, zwarte frankolijn

• ahantafrankolijn, Archers frankolijn, bamboefrankolijn, Barbarijse frankolijn, Clappertons frankolijn, coquifrankolijn, djiboutifrankolijn, elgonfrankolijn, Erckels frankolijn, Finsch' frankolijn, geelkeelfrankolijn, geelsnavelfrankolijn, geschubde frankolijn, Grants frankolijn, grijshalsfrankolijn, grijsvleugelfrankolijn, grijze frankolijn, Hartlaubs frankolijn, Harwoods frankolijn, Hildebrandts frankolijn, hooglandfrankolijn, Jacksons frankolijn, Kaapse frankolijn, kameroenfrankolijn, kraagfrankolijn, kuiffrankolijn, Lathams frankolijn, moerasfrankolijn, Nahans frankolijn, natalfrankolijn, roestkopfrankolijn, roodkeelfrankolijn, roodsnavelfrankolijn, roodvleugelfrankolijn, Schlegels frankolijn, Shelleys frankolijn, Swainsons frankolijn, Swierstra's frankolijn, Whytes frankolijn, witkeelfrankolijn, zwartmaskerfrankolijn

• Het woord 'frankolijnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.