formuleren

• Geluid:  formuleren    (hulp, bestand)

• for·mu·le·ren

• afgeleid van het Franse formuler (met het achtervoegsel -eren) ^[1]

formuleren

1. overgankelijk in woorden omzetten

   • Hij had moeite om zijn gevoelens te formuleren. 

   ▸ Ik bleef moeiteloos bij een onderwerp zonder dat mijn gedachten afdwaalden. Al mijn energie richtte zich op een bepaalde vraag waarover ik uren kon blijven nadenken om vervolgens een helder antwoord voor mezelf te formuleren.^[2]

   ▸ Hij herinnerde zich niet wie deze wijze woorden had nagelaten of zelfs maar of ze precies zo waren geformuleerd, maar het was het eerste wat hem te binnen schoot toen Oscar overrompelend en verbeten over de ramp vertelde.^[3]

• verwoorden

• formuleeradvies, formuleerbaar, formuleerfout, formuleerkunst, formuleerprobleem, formuleertechniek, formuleervaardigheid, formulering, herformulering

• Het woord formuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "formuleren" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.