Naar inhoud springen

fabulare

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Uitspraak

IPA: /fa.buˈla.re/

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van fabula “verhaal, vertelling”.

stamtijd
infinitief	1e pers. enk. ind. praes. act.	1e pers. enk. ind. perf. act.	supinum
fābulāre	fābulō	fābulāvī	fābulātum
eerste vervoeging	volledig

Werkwoord

praten, spreken

Overerving en ontlening

via Volkslatijn *fab(u)lare

Italiaans: favolare
Occitaans: faular

Portugees: falar
Spaans: hablar

als literaire ontlening

Frans: fabuler
Nederlands: fabuleren, via Frans

Italiaans: fabulare
Spaans: fabular

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fabular

fabulare

aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van fabular
aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van fabular

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=fabulare&oldid=4436054"