erfvijand
Uiterlijk
- erf·vij·and
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gezworen vijand’ voor het eerst aangetroffen in 1704 [1]
- samenstelling van erf ww en vijand [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfvijand | erfvijanden |
verkleinwoord |
- iets of iemand die sinds heel lange tijd dé grote vijand is
- Buma heeft de eerste slag dus gewonnen. Dit stelt Pechtold voor een levensgevaarlijk dilemma. Van de D66-leider is bekend dat hij graag, misschien te graag, wil regeren. Maar de optie die nu bijna onvermijdelijk op tafel komt, een coalitie met de ChristenUnie, is voor de Democraten amper verdedigbaar. Al was het maar omdat de meerderheid van die coalitie in beide Kamers zo nipt is, dat D66 er in feite de gedoogsteun van erfvijand SGP bij moet accepteren. Dan wordt de prijs van regeren wel héél hoog.[4]
- De aanvallen dienden volgens India om terroristen te neutraliseren die zich hadden verzameld bij de demarcatielijn die Kashmir opdeelt tussen India en het buurland en erfvijand Pakistan. Veel details over de militaire operatie gaf de Indiase luitenant-generaal Ranbir Singh niet aan persbureaus. Hij vertelde niet of Indiase militairen het Pakistaans deel van Kashmir zijn binnengedrongen of over de al jaren omstreden grens hebben geschoten. [5]
- Het woord erfvijand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erfvijand" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "erfvijand" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ erfvijand op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Tom-Jan Meeus 15 mei 2017
- ↑ Volkskrant 29 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be