ethologie
Uiterlijk
- etho·lo·gie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gedragsbeschrijving’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse: 'ẽthos' (gewoonte, zede, gebruik) met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ethologie | ethologieën |
verkleinwoord | - | - |
de ethologie v
- een wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen en onderzoeken van gedrag, gedragsleer
- Hij studeert ethologie in Leiden.
- Het woord ethologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ethologie" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ethologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be