[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

et

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: et-
  • et
  • [A] van Latijn et, als deel van ‘et cetera’ aangetroffen vanaf 1570 [1]
  • [B]  etten ww  zonder de uitgang -en

[A] et

  1. en (als onderdeel van uitdrukkingen in het Latijn)
vervoeging van
etten

[B] et

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van etten
  2. gebiedende wijs van etten


et

  1. jou, je (lijdend en meewerkend voorwerp, vóór het werkwoord)


  • et
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord eitt
Naar frequentie 29
Telwoord (dan)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 106
3 13 30 109
4 14 40 1012
5 15 50 1015
6 16 60 1018
7 17 70 1021
8 18 80 1024
9 19 90 1027

et

  1. een, één

et

  1. een (voor woorden met het onzijdige geslacht)
  • en (voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)

et

  1. een, iemand (voor woorden met het onzijdige geslacht)
  • en (voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)


et

  1. en


et

  1. en
    «panem et circenses»
    brood en spelen
  2. ook
    «Et tu, Brute?»
    Jij ook, Brutus?


  • et

et

  1. 't, het; onzijdig bepaald lidwoord


  • et
  • Lidwoord, onbepaald voornaamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse woord eitt.
  • Voegwoord; Afkomstig van het Latijnse woord et.
Naar frequentie 32

et (voor woorden met het onzijdige geslacht)

  1. een
  • en (voor woorden met het mannelijke en vrouwelijke geslacht)
  • ei (voor woorden met het vrouwelijke geslacht)

et

  1. en

et (voor woorden met het onzijdige geslacht)

  1. (een) iemand
    «Viss vi har et og annet å snakke om.»
    Gewis hebben we het een en ander om over te praten.
  • en (voor woorden met het mannelijke geslacht)
  • ei (voor woorden met het vrouwelijke geslacht)


  • et
  • Afkomstig van het Latijnse woord et.

et

  1. en


et

  1. 't, het; onzijdig bepaald lidwoord


  • et
enkelvoud meervoud
nominatief   et     etler  
genitief   etin     etlerin  
datief   ete     etlere  
accusatief   eti     etleri  
locatief   ette     etlerde  
ablatief   etten     etlerden  

et

  1. (anatomie) vlees, spierweefsel
  2. (voeding) vlees
  3. vruchtvlees


et

  1. 't, het; onzijdig bepaald lidwoord