dirigeerstok
Uiterlijk
- Geluid: dirigeerstok (hulp, bestand)
- IPA: / diriˈɣerstɔk / (4 lettergrepen)
- di·ri·geer·stok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dirigeerstok | dirigeerstokken |
verkleinwoord | dirigeerstokje | dirigeerstokjes |
de dirigeerstok m
- (muziekinstrument) dun staafje dat de leider van een orkest of koor hanteert om aanwijzingen te geven
- ▸ Alsop is de eerste vrouwelijke artistiek leider van een groot Amerikaans symfonieorkest. Ze zei erover: „Ik kan geen reden bedenken waarom vrouwen niet kunnen dirigeren. De dirigeerstok is niet zwaar. Je hoeft geen supermens te zijn, alleen maar een goede muzikant.[2]
1. staafje dat een dirigent bij het dirigeren hanteert
- Het woord dirigeerstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Guus Valk“Baltimore, stad der vrouwen
Baltimore,stad der vrouwen” (29 september 2016) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziekinstrument in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal