defensiewoordvoerder
Uiterlijk
- de·fen·sie·woord·voer·der
- samenstelling van defensie zn en woordvoerder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | defensiewoordvoerder | defensiewoordvoerders |
verkleinwoord |
de defensiewoordvoerder m
- (beroep) iemand die de pers en het publiek te woord staat namens het ministerie van Defensie
- ▸ De staatstelevisie toont beelden van nagenoeg verlaten straten. Het leger zegt dat de jihadisten zich verborgen houden en dat militairen de stad uitkammen. "Het gaat om kleine groepjes", zegt defensiewoordvoerder Chongo Vidigal tegen nieuwswebsite Africa News. De strijders zouden zich schuilhouden onder de achtergebleven bevolking en guerrilla-aanvallen uitvoeren.[1]
- ▸ "Veteranen kunnen altijd melding doen van misstanden, maar we willen de drempel zo laag mogelijk maken. Er was al een meldpunt in verband met de inventarisatie van Australische misstanden", aldus Mike Bos, kolonel en defensiewoordvoerder, in het NOS Radio 1 Journaal.[2]
- Het woord defensiewoordvoerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Leger Mozambique kamt kuststad Palma uit op IS-strijders” (02-04-2021), NOS
- ↑ Weblink bron “Onderzoek OM na bericht over beschieten burgers Uruzgan door Nederlandse militairen” (23-12-2020), NOS