duel
Uiterlijk
- du·el
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tweegevecht’ voor het eerst aangetroffen in 1636 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duel | duels duellen |
verkleinwoord | duelletje | duelletjes |
het duel o
- een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels
- In de negentiende eeuw was het houden van duels vrij algemeen tussen heren van stand.
- duel wedstrijd tussen twee personen of twee ploegen
- Het duel tussen FC Twente en Heracles beloofde weer ongemeen spannend te worden.
- ▸ Even later tekende Lewandowski wel voor zijn tiende Champions League-treffer. Oud-Ajacied Maximilian Wöber ging het duel met de Poolse spits veel te lomp in, waarna Lewandowski zijn zelf verdiende strafschop snoeihard in de linkerhoek schoot: 1-0.[3]
|
1. een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels
- Het woord duel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "duel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ duel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Bayern vernedert Salzburg met 7-1, Lewandowski is Haller voorbij na hattrick” (DI 8 MAART 2021), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duel | duelle |
duel
enkelvoud | meervoud |
---|---|
duel | duels |
duel
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to duel |
he/she/it | duels |
verleden tijd | duelled dueled |
voltooid deelwoord |
duelled dueled |
onvoltooid deelwoord |
duelling dueling |
gebiedende wijs | duel |
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to duel |
he/she/it | duels |
verleden tijd | [[dueled (VS) duelled (VK)#Engels|dueled (VS) duelled (VK)]] |
voltooid deelwoord |
[[dueled (VS) duelled (VK)#Engels|dueled (VS) duelled (VK)]] |
onvoltooid deelwoord |
[[dueling (VS) duelling (VK)#Engels|dueling (VS) duelling (VK)]] |
gebiedende wijs | duel |
duel
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels