dubbeltitel
Uiterlijk
- Geluid: dubbeltitel (hulp, bestand)
- dub·bel·ti·tel
- samenstelling van dubbel en titel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbeltitel | dubbeltitels |
verkleinwoord |
de dubbeltitel m
- (tennis) de overwinning in een tennistoernooi bij het dubbelspel
- Het woord dubbeltitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Safárová en Mattek-Sands pakken ook in Parijs de dubbeltitel” (11-06-2017), NOS
- ↑ Weblink bron “Koolhof/Middelkoop verliest dubbelspelfinale in Ahoy” (19-02-2017), NOS