consulaat
Uiterlijk
- con·su·laat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consulaat | consulaten |
verkleinwoord | consulaatje | consulaatjes |
het consulaat o
- (diplomatie) officiële vertegenwoordiging van een staat in het buitenland, voor het behartigen van de belangen van de vertoevende landgenoten, in dat land met minder bevoegdheden dan een ambassade
1.
- Het woord consulaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "consulaat" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be