coalitieoverleg
Uiterlijk
- co·a·li·tie·over·leg
- samenstelling van coalitie zn en overleg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coalitieoverleg | coalitieoverleggen |
verkleinwoord |
het coalitieoverleg o
- (politiek) bespreking tussen verschillende politieke partijen die samen in een regering zitten
- ▸ Maar hij is ervan overtuigd dat koning Willem-Alexander, de voormalige koningin Beatrix en haar moeder Juliana niets verkeerds hebben gedaan, laat staan bewust. "Die zitten niet expres iets te doen", aldus de premier bij inloop van het wekelijkse coalitieoverleg.[1]
- ▸ Regeringspartijen CDA en de ChristenUnie zijn al jaren tegen het leenstelsel, maar hebben in het regeerakkoord hun steun beloofd aan de voorstanders VVD en D66. Partijleider Segers zei vandaag, na afloop van het coalitieoverleg, dat zijn partij terug wil naar de oude basisbeurs. Hij vindt dat er nu sprake is van een "nieuwe werkelijkheid" nu GroenLinks als "een van de steunpilaren" zijn steun intrekt.[2]
- Het woord coalitieoverleg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Rutte: Oranjes doen niets verkeerd, kostenposten 'verschrikkelijk ingewikkeld'” (Maandag 9 september 2019, 11:22), NOS
- ↑ Weblink bron “GroenLinks keert zich alsnog tegen leenstelsel, 'het werkt niet'” (Maandag 13 mei 2019, 15:33), NOS