breedteas
Uiterlijk
- breed·te·as
- samenstelling van breedte en as
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedteas | breedteassen |
verkleinwoord | breedteasje | breedteasjes |
- (wiskunde) as die de middelste punten der lengten verbindt, hartlijn in de breedterichting.
- Het woord breedteas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.