bordeel
Uiterlijk
- bor·deel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoerenkast’ voor het eerst aangetroffen in 1293 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bordeel | bordelen |
verkleinwoord | bordeeltje | bordeeltjes |
het bordeel o
- (seksualiteit) een huis waarin tegen betaling seksuele diensten worden aangeboden
- In veel landen zijn bordelen tegen de wet.
- bordeelbesluit, bordeelbezoek, bordeelbezoeker, bordeelhouder, bordeelhoudster, bordeelscene, bordeelschuiver, bordeelslet, bordeelsluiper, bordeeltaal, bordeelverbod
1. een huis waarin tegen betaling seksuele diensten worden aangeboden
- Het woord bordeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bordeel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bordeel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bordeel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bordeel | bordele |
bordeel
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans