boswachter
Uiterlijk
- Geluid: boswachter (hulp, bestand)
- bos·wach·ter
- samenstelling van bos en wachter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boswachter | boswachters |
verkleinwoord | boswachtertje | boswachtertjes |
de boswachter m
- (beroep) een beheerder van een boswachterij
- - In dat gebied loopt dagelijks een boswachter rond.
- - Daten in het bos: In de zoektocht naar nieuwe inkomstenbronnen, werkt Staatsbosbeheer nu ook samen met een datingsite. De boswachter leidt singles rond.[1]
1. een beheerder van een boswachterij
- Het woord boswachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boswachter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Bas Tooms NRC 25 april 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be