bladderen
Uiterlijk
- blad·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bladderen |
bladderde |
gebladderd |
zwak -d | volledig |
bladderen
- ergatief het plaatselijk opbollen en in dunne laagjes loskomen van verf
- Op de verfhuid zitten allemaal blaasjes.
- Het woord bladderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bladderen" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 84 %
- Prevalentie Vlaanderen 61 %