berkoen
Uiterlijk
- ber·koen
- via Middelnederlands bercoen van Frans bracon [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | berkoen | berkoenen |
verkleinwoord | - | - |
de berkoen m
- schuin geplaatste balk als ondersteuning en versteviging
- stevig rondhout dat als stut gebruikt kan worden
- Te koop 300 beste Zeedijkpalen, lang 7 a 8 voet, 800 berkoen palen lang 7 voet. [2]
- (scheepvaart) stutten onder balken die zwaar worden belast
- (scheepvaart) stutten onder een schip in een dok
- (bouwkunde) aan beide kanten van een steekgewelf (zadeldak dat haaks in een groter zadeldak opgaat)
- stevig rondhout dat als stut gebruikt kan worden
- Het woord berkoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "berkoen" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Amsterdam, IJ.advertentie "Te koop aangeboden" in: Nieuwsblad van Friesland jrg. 19 nr. 63 (8 augustus 1919); p. 8 kol. 2; geraadpleegd 2019-09-25
- ↑ Monceau, H.L.D.Grondbeginselen van den scheepsbouw, of werkdadige verhandelingen der scheepstimmerkunst (1759) Ottho van Thol / Gerrit de Groot, 's Gravenhage / Amsterdam; p. 93/94; geraadpleegd 2019-09-25
- ↑ "Buitenland. Frankrijk." in: Alkmaarsche Courant jrg. 95 nr. 130 (1 november 1893); p. 2 kol. 1; geraadpleegd 2019-09-25
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 10 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %