bekoorlijk
Uiterlijk
- Geluid: bekoorlijk (hulp, bestand)
- be·koor·lijk
- Naamwoord van handeling van bekoren met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bekoorlijk | bekoorlijker | bekoorlijkst |
verbogen | bekoorlijke | bekoorlijkere | bekoorlijkste |
partitief | bekoorlijks | bekoorlijkers | - |
bekoorlijk
- aantrekkelijk, bekoring opwekkend
- Zij was een bekoorlijke jonge vrouw.
1. aantrekkelijk, bekoring opwekkend
- Het woord bekoorlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekoorlijk" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be