beemd
Uiterlijk
- beemd
- In de betekenis van ‘weiland’ voor het eerst aangetroffen in 1208 [1]
- Sedert 1208 uit Middelnederlands bekend. Mogelijk ontstaan uit een samenstelling van ban (rechtsgebied) en made (weiland), maar dit is niet zeker.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beemd | beemden |
verkleinwoord |
de beemd m
- strook laaggelegen land ter weerszijden van een rivier of beek die regelmatig overstroomt, wat vaak vruchtbaar weidegebied oplevert. De beemden waren gemeenschappelijke weidegronden in de buurt van o.a. de beek
- Echte beemden zijn door de bedijking in Nederland zeldzaam.
- Het woord beemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beemd" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "beemd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Etymologiebank
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be