bedachtzaamheid
Uiterlijk
- be·dacht·zaam·heid
- afleiding van bedachtzaam met het achtervoegsel -heid [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedachtzaamheid | |
verkleinwoord |
de bedachtzaamheid v
- het geneigd zijn om goed na te denken voordat men handelt
- ▸ Daarop gingen de generaals uiteen met de plechtige en zwijgende bedachtzaamheid waarmee mensen na een begrafenis uiteengaan.[3]
- ▸ "De paradox van Hopper is dat hij de reputatie heeft de meest Amerikaanse kunstenaars te zijn, terwijl hij eigenlijk de achterkant van de American Dream toont", meent curator Didier Ottinger. "Amerika is aan de ene kant de beweeglijkheid, de massa, de ontoombare energie. Aan de andere kant staat Hopper, de eenzaamheid, de starheid, de bedachtzaamheid, de meditatie. Dat wordt niet altijd gezien."[4]
- bezonnenheid, behoedzaamheid, omzichtigheid, voorzichtigheid, beleid, behoedzaamheid, kalmte, rust, introvertheid
1. het geneigd zijn om goed na te denken voordat men handelt
- Het woord bedachtzaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ bedachtzaamheid op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028251151
- ↑ Weblink bron “Parijse eer voor Edward Hopper” (10-10-2012), NOS