baud

• Geluid:  baud    (hulp, bestand)

• baud

• eponiem: verkorting van de naam van de 19e eeuwse Franse ingenieur J.M.E. Baudot , in de betekenis van ‘eenheid van transmissiesnelheid’ voor het eerst aangetroffen in 1975 ^[1][2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	baud	bauds
verkleinwoord	-	-

de baud m

1. (eenheid), (elektrotechniek), (informatica) eenheid van snelheid van informatieoverdracht van een datatransmissiekanaal (modem, telefoonlijn etc.)

• Het woord baud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baud" herkend door:

37 %	van de Nederlanders;
24 %	van de Vlamingen.[3]

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

enkelvoud	meervoud
baud	bauds

baud

1. (eenheid), (elektrotechniek), (informatica) baud

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈbo /

• baud

• eponiem: Zelfstandig naamwoord: Verkorting van den naam van de Fransman Jean M. E. Baudot (1845-1903).

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	baud	bauden	baud	baudene
genitief	bauds	baudens	bauds	baudenes

baud

1. (eenheid), (elektrotechniek), (informatica) baud

• Bd

• baud in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
baud	le baud	bauds	les bauds

baud m

1. (eenheid), (elektrotechniek), (informatica) baud

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / bɔːd /

• baud

• eponiem: Zelfstandig naamwoord: Verkorting van den naam van de Fransman Jean M. E. Baudot (1845-1903).

Naar frequentie	> 50000

baud

1. verouderde spelling of vorm van bød tot 2005

(verouderd) voltooid deelwoord van by ^[1]

baud

1. verouderde spelling of vorm van bøy tot 2005

(verouderd) voltooid deelwoord van by ^[1]

baud

1. verleden tijd van byde

• bydde
• bød

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	baud	bauden	bauder	baudene
genitief	bauds	baudens	bauders	baudenes

baud

1. (eenheid), (elektrotechniek), (informatica) baud

• Bd

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / bɔːd /

• baud

• eponiem: Zelfstandig naamwoord: Verkorting van den naam van de Fransman Jean M. E. Baudot (1845-1903).

baud

1. verouderde spelling of vorm van baud tot 2012 (baud van by / byda / byde)

(verouderd) voltooid deelwoord van bjoda en bjode ^[1]

baud

1. verleden tijd van by

• bydde

baud

1. verleden tijd van byda

• bydde

baud

1. verleden tijd van byde

• bydde

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	baud	bauden	baudar	baudane

baud

1. (eenheid), (elektrotechniek), (informatica) baud

• Bd