bark
Uiterlijk
- bark
- via Middelnederlands bargh van Oudfrans barque, in de betekenis van ‘type zeilschip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bark | barken |
verkleinwoord | barkje | barkjes |
- (scheepvaart) bepaald type zeilschip met drie of meer masten
- Gisteren zagen we een heel mooie bark varen.
1. bepaald type zeilschip met drie of meer masten
- Het woord bark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bark" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bark (type zeilschip) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "bark" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
bark
- bark
- [A] klanknabootsing [1]
- [B] Wellicht van Scandinavische oorsprong; van het Proto-Germaanse *barkuz. Verwant met Oudnoords börkr, Nederduits borke[2]
- [C] Van Frans barque [3]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bark |
he/she/it | barks |
verleden tijd | barked |
voltooid deelwoord |
barked |
onvoltooid deelwoord |
barking |
gebiedende wijs | bark |
[A] bark
[B] bark
- onovergankelijk blaffen
- overgankelijk ontschorsen
- overgankelijk schaven, schrapen
- overgankelijk looien
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bark | barks |
[A] bark
[B] bark
- (plantkunde) bast, schors
- (plantkunde) kinine
- (anatomie) huid
[C] bark
- (verouderd), (scheepvaart) boot, sloep
- bark
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bark | barken | - | - |
genitief | barks | barkens | - | - |
bark, g
- (plantkunde) schors, bast
- ↑ bark (n.3), Online Etymology Dictionary
- ↑ bark (n.1), Online Etymology Dictionary
- ↑ bark (n.2), Online Etymology Dictionary
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 55 %
- Prevalentie Vlaanderen 47 %
- Woorden in het Drents
- Zelfstandig naamwoord in het Drents
- Plantkunde in het Drents
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Klanknabootsing in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Dierengeluid in het Engels
- Plantkunde in het Engels
- Anatomie in het Engels
- Verouderd in het Engels
- Scheepvaart in het Engels
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Plantkunde in het Zweeds