bustehouder
Uiterlijk
- Geluid: bustehouder (hulp, bestand)
- bus·te·hou·der
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘steun voor de boezem’ voor het eerst aangetroffen in 1902 [1]
- samenstelling van buste en houder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bustehouder | bustehouders |
verkleinwoord | bustehoudertje | bustehoudertjes |
de bustehouder m
- (kleding) een kledingstuk voor vrouwen, dat uit schouderriemen, twee cups en een centrale band bestaat, en dient om de borsten te ondersteunen
1. kledingstuk voor vrouwen.
- Het woord bustehouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bustehouder" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bustehouder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be